Taxonomie (Biologische Systematiek)  |
|
|---|---|
| Familie (familia) | Prachtvinken (Estrildidae) |
| Soort (genus) | Taeniopygia (ook: Poephila) |
| Specie (species) | Taeniopygia guttata |
| Onderspecie (subspecies) | Taeniopygia guttata guttata (op de Kleine Sunda-Eilanden) Taeniopygia guttata castanotis (in Australië) |
| Gegevens voor het Houden in een Volière | |
|---|---|
| Lengte, Gewicht | ca. 11 cm, ca. 12 gram |
| Habitat | Droge grassteppe met weinig hoge begroeiing |
| Temperatuur | in droog klimaat vanaf 6° C; broeden vanaf 12° C; geen vochtig klimaat. |
| Voedsel | in de natuur: rijpe en halfrijpe grassen; in de volière: kleine tot middelgrote gierst. |
| Levensduur | bij goede huisvesting en verzorging: ongeveer 9 jaar, in zeer goede omstandigheden tot 10 jaar en zelfs meer. |
| Nest | bolvormig nest (Ø 12–20 cm) met aan de kleine zijde het invlieggat |
| Legsel | 4–6 witte eieren (bij jonge wijfjes wat minder), 10–11 mm doormeter en ongeveer 15 mm lengte |
| Broedduur | minstens 11 dagen gerekend vanaf het derde tot vierde ei |
| Kweekvoeder | in de natuur: rijpe en halfrijpe grassen soms ook insecten – elke keer wordt het voedsel in de krop voorgeweekt; in de volière: gedroogde (droge) en gekiemde gierst, aangekocht kweekvoeder dat vermengd wordt met ei en kwark (platte kaas) – elke keer wordt het voedsel in de krop voorgeweekt. |
| Nesttigd | minstens 21 dagen |
| Rui tijdens de jeugd | vanaf de achtste levensweek; op de leeftijd van 3 maanden ingekleurd. |
| Geslachtsrijpheid | wijfjes: vanaf 3 maanden (einde van de jeugdrui); mannetjes: vanaf 3½ maanden |
