Belevenissen met zebravinken in Australië

Duizenden vogelliefhebbers houden zebravinken, maar slechts zeer weinigen daaronder hebben ooit de opwindende ervaring gehad deze vogeltjes in hun natuurlijke omgeving, Australië, mee te maken. Ik had dit genoegen tijdens mijn verlof in 1995, terwijl ik me een weg baande door drie verschillende klimaten op het vijfde continent, in de Australische winter: het tropische Noorden, het subtropische binnenland met zijn continentaal klimaat en het meer gematigde "Europa-achtige" zuiden.

Als echte vogelliefhebber, houder en kweker sinds jaren, van deze vriendelijke vinkensoort had ik hoge verwachtingen van mijn Australische uitstap. Geen andere soort had mij zo beroerd als deze kleine overlevingskunstenaar uit het barre centrale Australië, en ik hoopte het vogeltje dan ook waar te nemen in de drie verschillende klimaten. Ik dacht hierbij aan mijn eerste boek over zebravinken, waarin de auteur, professor Immelmann, zo'n dertig jaar geleden enkel het tropische Noorden en de Zuidelijke en Oostelijke kustgebieden aangaf als de zones waarin ze niet voorkomen. De professor zette ook twee vraagtekens op zijn kaart van Australië: ten zuiden van de Roper river en de Golf van Carpentaria, omdat vanuit die gebieden geen gegevens bekend waren en vanwege de grote schommelingen van het regenseizoen in het Northern Territory.

Elke kweker met een beetje achtergrondkennis weet, dat zebravinken voor hun voortplanting afhankelijk zijn van regen en redelijke temperaturen. Dit betekent helemaal niet, dat ze enkel goed gedijen in de Noordelijke moerassen en regenwouden, wel integendeel: voortdurende regen brengt hun ietwat slordige in elkaar gezette nestjes in gevaar en doodt hun eieren en jongen. Hier broeden ze dus enkel gedurende de gunstige regenval in het begin en op het einde van de regentijd. In centraal Australië is het broedproces even onregelmatig als de regenval; wanneer de regen lange tijd uitblijft beginnen de vogels een trektocht. In het oosten en het zuidoosten, waar het gehele jaar regent is het broedseizoen enkel afhankelijk van de temperatuur, die stijgt in oktober en na de zomer vanaf maart terug begint ze weer te dalen. In het zuiden en het zuidwesten van Australië zijn de zomers te heet en de winters te nat, zodat enkel twee korte overgangsperioden enige garantie bieden voor succesvolle voortplanting.

Het tropische Noorden (Top End)
Ik was mij ervan bewust, dat de warme en vochtige omstandigheden in het regenseizoen weinig kans gaven om zebra's waar te nemen. We hadden er dus weldoordacht voor gekozen ons bezoek te plannen tijdens het droge seizoen (bij ons hier in Europa is het dan zomer), wanneer de zebra's hoog naar het Noorden en naar de kustgebieden trekken op hun zoektocht naar voedsel.

  Schilderij van Warlka Walka Wamut
  Een schilderij van Warlka Walka Wamut toont de jabiru, meervallen, waterlelies en de Pandanus-palm.

Toen we de allereerste dag in ons hotel aankwamen leerde ik er een aboriginal kennen (oorspronkelijke bewoner van Australië). Zijn naam is 'Warlka Warlka Wamut', hij is van de Marastam en is kunstschilder. Gedurende ons gesprek van een half uur vertelde hij me meer over zijn cultuur en de Australische natuur en avifauna, dan ik in jaren geleerd had. Toen ik uit nieuwsgierigheid naar zebravinken vroeg vertelde hij me over zijn jeugdzonden in het zuidoostelijke Arnhemland:
"Als ik met mijn vriendjes zebravinken zag, bijvoorbeeld bij een waterplas tussen de rotsen, hielden we ons heel stil en wachtten zittend, terwijl we het sissende geluid van slangen imiteerden. Wanneer de zebra’s nieuwsgierig genoeg waren om dichterbij te komen om de oorzaak van het geluid te achterhalen, gooiden we hard met een steen in een poging ze te raken." Uiteraard was dit verhaaltje niet helemaal naar mijn smaak, maar in elk geval is de zebra nooit met uitsterven bedreigd door het spelletje van de inlanders.

Toen, op 24 juli, in Darwin onze uitstap naar de "Top End National Parks" begon, vertelde ik ongeduldig aan de gids over mijn verlangen wilde zebravinken waar te nemen. De buschauffeur en zijn begeleider kenden de vogels en beloofden mij direct te waarschuwen als ze er zagen. Niettemin was de eerste ontmoeting met mijn favorieten erg ontgoochelend: ik zag er een paar in het overigens zeer respectabele Museum and Art Gallery of the Northern Territory ('Museum en Kunstgalerij van de Noordelijke gebieden'). Er zaten er een paar in een grote tentoonstellingskooi, op de grond tussen andere vogels en reptielen opgezet. Niettegenstaande kregen we toch een goeie smaak van de fauna en ecologie van de Noordelijke gebieden.

De trip naar de moerassige billabongs, de overstromingsgebieden van het Kakadu National Park bracht ons krokodillen, kaketoes en zelfs gedurende het droogseizoen een adembenemende variatie aan watervogels, maar natuurlijk geen zebravinken.
  Ubirr
    Mijn hoop bleef echter hoog door een kleine aantekening in het boekje van onze gids. Naast "Ubirr" had hij "Zebra Finches" geschreven. Ubirr is een grote rotsige uitstulping, ten noordwesten van het Arnhem-plateau, tevens een belangrijke bidplaats voor de aboriginals en begin van het stroomgebied van de East Alligator rivier. De vogels waren er volgens de gids de voorbije jaren waargenomen. Ondanks alle aandacht, open ogen en oren waren zebravinken in geen velden of wegen te bespeuren. Deze tegenslag bleef de volgende dagen aanhouden (Katherine Gorge, Mataranka, Litchfield Park, ...) In het noorden zijn zebravinken echte trekvogels, hun verschijning is onvoorspelbaar.

Het droge binnenland
In het hartje van Australië, net onder de Tropic of Capricorn ligt een klein woestijnstadje Alice Springs, genoemd naar de daar aanwezige bronnen. Dit stadje was het begin van het tweede deel van onze reis, die ons naar wereldberoemde plaatsen als Standley Chasm, Ayers Rock(Uluru), de Olgas, Kings Canyon en Ormiston Gorge moest brengen. Met uitzondering van een zeldzame regenval is het hier het hele jaar zo droog als in het noorden in het droogseizoen. Tijdens de zomer is het hier ook zo heet als in het noorden, nu echter in de winter moesten wij wennen aan koude, gelukkig droge ochtenden en avonden, die voor de zebravinken echter helemaal niet storend zijn.

Namatjira-motief  

Dichtbij Alice Springs in de droge woestijn is er een bezienswaardigheid: een rots met twee grote eucalyptusbomen, bekend geworden door een beroemd schilderij van de hand van een Aboriginal. Toen onze bus stopte om de reizigers te laten uitstappen haastte ik me als eerste naar de bomen, omdat ik niet graag toeristen op mijn dia’s heb staan. Opeens had ik echter geen interesse meer voor mijn camera: uit een bosje struikgewas kwam het overbekende, monotone contactgeluid, dat al jaren deel uitmaakte van mijn omgeving. Ik probeerde dichterbij het bosje te komen, maar ik zag enkel een aantal kleine vogeltjes wegvliegen in de verte, voordat we terug moesten instappen.
    Mijn geduld werd nogmaals op de proef gesteld toen we Uluru bereikten, de grote rode monoliet, waar ik op televisie zebravinken had gezien, drinkend bij de zeldzame bronnen. Er liet zich echter op deze koude, winderige dag niemand zien uit de vogelwereld – Pech.

Dat zebravinken hun aanwezigheid eerder kenbaar maken door hun geluid, dan door zich te laten zien, werd even later bewezen in 'Erluda Oaks Resort', een vakantieoord, waar we stopten om te eten. Naast het restaurant stond bij wijze van attractie een emoe-verblijf. Hierin was in de rode bodem een vijvertje aangelegd. Een getsjilp deed mij me naar het verblijf haasten, waar het vijvertje waarschijnlijk de enige waterbron in de omgeving was voor zebravinken. Niet onder de indruk van de grote emoes en dorstige kraaien kwamen grote aantallen zebravinken voor korte drinkbezoekjes naar de rand van de vijver. Na een korte rondblik dronken ze snel en verdwenen weer.

Hier had ik eindelijk wilde zebravinken in levende lijve voor me en was ik getuige van de drinkmethode typisch voor deze wilde zebravinken: een haastig 'tippen' aan het water, zodat het gevaarlijke, onbeschermde drinkmoment zo kort mogelijk duurt.

Jammer genoeg kon ik door de omheining niet dicht bij de vijver komen, dus volgde ik de terugkerende vogels.
  Zebravinken-mannetje
De zebravinken vlogen over het algemeen koppelsgewijs in een lichtgolvende beweging ongeveer op struikgewashoogte (er zijn daar zeer weinig bomen).

Hun eerste stopplaats was een dood Mulgabosje langs de kant van een weg, waar ook zebravinken zaten op weg naar de vijver. In deze dode doornstruiken voelden ze zich behoorlijk veilig voor roofvogels en blijkbaar ook voor mensen, want wanneer ik naderde met mijn camera versprongen ze enkel naar de andere kant van het bosje. Door de opwinding was het voor mij niet gemakkelijk om foto’s te nemen! Na een korte rustperiode vlogen de vogels verder terug naar de steppe, waar ik ze snel uit het oog verloor.

De zoektocht naar zebravinken bereikte een hoogtepunt in 'Kings Canyon', waar de schilderachtige heuvels de bezoekers eindeloos blijven verbazen. Men had mij verteld, dat het hier geregend had in de eerste helft van juli. Met het broedgedrag van zebra's in mijn achterhoofd hoopte ik hier jonge vogels te zien. En ja hoor, al in het begin van de geplande wandeling zag ik een pas uitgevlogen nestje op de grond zitten. Ze zaten op een helderrood gesteente tussen goudgele grashalmen zaadjes te plukken. Ik was al op minder dan drie meter genaderd toen de vogels zich in het struikgewas terugtrokken.

  Les "avondeten"
Ik had me er uren mee kunnen bezighouden, maar we hadden nog een lange wandeling voor de boeg. Op de terugweg trapte ik er bijna op: nog geen meter voor me vlak naast het wandelpad zat een zebramannetje in de schaduw. Ik zag hem omdat hij een sprongetje maakte. Rustig toonde hij zijn grijsgebekt jong, waar zebravinken zoal te eten vinden: vlak voor mijn voeten! Ik kon mijn geluk niet op. Heel traag hurkte ik neer terwijl ik mijn camera pakte. Ik nam een paar foto’s met een flitslight, wat de vogels totaal koud liet. Het was geen gemakkelijke opgave voor mij de vogels te verlaten op deze zonnige avond!

De Flinders Ranges (Zuid-Australië)
    Zoals je misschien weet, is Australië niet altijd zo droog geweest als heden ten dage. Ooit was het continent overspoeld door grote regens en begroeid met Eucalyptus. Toen het continent meer naar het Noorden afdreef richting subtropen in het Myoceen tijdperk (23,3 tot 5,2 miljoen jaar geleden) werd het wereldklimaat een stuk kouder en droger en in het Plyoceen (2 miljoen jaar terug) begonnen de ijstijden, die deze trend voordt zetten. Bovendien werden de subtropen verder uitgedroogd door tropische stormen. Tijdens deze drift naar het Noorden verschoof de flora en fauna niet zomaar gelijkopgaand naar het Zuiden en naar de kusten, maar bleef op bepaalde plaatsen zoals achter, zoals Tasmanië, de Musgrave, Mac Donnell en de Everard Ranges in centraal Australië, waar kleinere stukken achterbleven van het klimaat, dat duizenden jaren het continent had bepaald. In Zuid-Australië zijn dergelijke plaatsen bijvoorbeeld te vinden bij Mt Lofty en de Flinders Ranges. Dit natuurpark ligt ten noorden van wat ooit aangezien werd als de grens van het rendabele landbouwgebied. Dit heuvelachtig tot zelfs bergachtig gebied, dat gedeeltelijk nog bebost is, herbergt een schat aan knaagdieren, reptielen en vogels, die hun bestaan danken aan een klimaat dat te vochtig is om woestijnen te veroorzaken en gelukkig te droog om als landbouwgebied in aanmerking te komen.

Mijn Australische verwanten hadden zebravinken gezien tijdens hun kampeertochten, dus was ik zeer ongeduldig om te zien of ze ook in de winter waar te nemen zijn. Het was echter hopeloos, na enkele dagen had ik alle hoop de vogels te zien opgegeven. Tijdens onze lange terugtocht naar Adelaide, passeerden we een stoomtrein van de "Richi Pichi Railway". Dit spoor was geopend in 1879 als een onderdeel van de verbinding tussen Port Augusta en Darwin. Het dient nu als toeristische attractie. Een tiental kilometer vóór Quorn stopten we bij een spoorwegovergang om een mooie foto te kunnen nemen van de aanstormende stoomtrein. Het landschap is er een flink stuk groener en , ook door de cultivatie, Europeser dan de Flinders Ranges.

Ik stak het spoor over om de trein, die ik al kon horen aankomen, te fotograferen met de zon achter mij, toen plots iemand "zebravinken" riep! Ik draaide mij om, en ja hoor: minstens een dozijn vogels kwamen vanuit een eucalyptusboom luid roepend aangevlogen. Ze vlogen over de sporen, over mijn hoofd, om te landen eerst in een kleine fruitboom en daarna, nogal schilderachtig, op een hekje. Door de aard van de begroeiing vliegen de vogels hier hoger dan in centraal Australië. Beklemd tussen de Richy Pichy Railway en de zebravinken nam ik snel een foto van de trein en volgde dan de onverwachte vogels, die nu zaadjes zaten te pikken op de planten langs de spoorweg. Ze duldden mijn gesluip echter niet en vlogen weg. Ze verdwenen tussen de fruitbomen terwijl hun contactgeroep uitstierf. Ietwat somber keerde ik onwillig terug naar de wagen.
    Ik ga zeker nog terug!


deutsch  English  nederlandse © 15.09.1997 nach oben Nieuws